Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [Thau.] Gij hebt [120]mijn verschrikkingen van rondom geroepen, als [121][tot] een dag eens gezetten hoogtijds; en er is niemand aan den dag des toorns des HEEREN ontkomen of overgebleven; die ik op de handen gedragen en opgetogen heb, die heeft mijn vijand omgebracht. 120. Dat is, al hetgeen mij mocht verschrikken. 121. Zie boven hfdst.1 vs.15.